School voor Dialoog
Nederland
Vreger heerste aan onze eettafel tussen mijn ouders en ons, hun 5 kinderen, een stevige taaldiscipline. We leerden al jong om zorgvuldig onze woorden te kiezen. In mij ontspon zich een grote liefde voor taal. Ik ging studeren en werd respectievelijk therapeut, trainer, geestelijk verzorger, ethicus en onderzoeker. Uiteindelijk promoveerde ik in de ethiek in 2014 met mijn proefschrift Dialogue at Work (Dialoog in Bedrijf). Al die tijd bleef de taal mijn geleide.
Vooral toen ik me in de ethiek ging verdiepen – eind jaren ’90 -, groeide mijn waardering voor taal. Niet zozeer of er correct gesproken werd, maar vooral: hoe eigen taal is en hoe ongelooflijk zeggingskrachtig. In de schuring van morele dilemma’s en sterke uitgesproken visies, werd taal zowel het verbindend als het splijtend medium in de groepen die ik begeleidde. Taal vormde het verschil tussen een conflict en een vloeibaar gesprek: de dialoog.
Wat iemand zegt, hoe iemand zich uitdrukt, is volkomen uniek. Bijzonder en prijzenswaardig. En: onthullend. Iemand geeft veel bloot over zichzelf, de kijk op de wereld en de kijk op zichzelf, via de woorden die hij kiest.
Vanaf het moment dat ik zó naar de ander leerde luisteren, ontroerde taal mij eens temeer. Taal beweegt van binnen naar buiten. Het onthult. Niet zozeer de dure woorden, welnee. De gewonemensentaal: dáár ligt het goud. Rafelige, onvoltooide, slordige zinnen en half ingeslikte woorden maken geweldig nieuwsgierig.
Daarom houd ik niet zo van goedbedoelde samenvattingen (’als ik je goed begrijp zeg je dat...’) of parafrases. Het vervormt behoorlijk wat iemand zegt. Liever vraag ik door op de woorden die iemand zelf uitkoos. Zo blijft het gesprek dicht op de huid, en eigendom van de spreker.
Dat vereist excellent luisteren: zodanig luisteren, dat je precies kunt herhalen wat een ander zegt. Behoorlijk pittig. Daarom schreef ik er een boek over: Luisterboek – een boek dat je de oren opent. Een heerlijke klus waarin ik uitsluitend bezig was met taal in geschreven vorm.
Er zijn in ons alfabet slechts 26 letters, en de combinaties die we in staat zijn te maken, zijn weergaloos groot. Het vult me met ontzag. En met nieuwsgierigheid.
Ik deel het graag met je binnen de opleidingen en trainingen van de School voor Dialoog Nederland. Met het grootst mogelijke plezier breng ik je de kneepjes van het vak bij als het gaat om het opzetten en voeren van een dialoog, een moreel beraad, een communicatief liefdevol onverschrokken houding.
Je bent van harte welkom!
Nederland
Vreger heerste aan onze eettafel tussen mijn ouders en ons, hun 5 kinderen, een stevige taaldiscipline. We leerden al jong om zorgvuldig onze woorden te kiezen. In mij ontspon zich een grote liefde voor taal. Ik ging studeren en werd respectievelijk therapeut, trainer, geestelijk verzorger, ethicus en onderzoeker. Uiteindelijk promoveerde ik in de ethiek in 2014 met mijn proefschrift Dialogue at Work (Dialoog in Bedrijf). Al die tijd bleef de taal mijn geleide.
Vooral toen ik me in de ethiek ging verdiepen – eind jaren ’90 -, groeide mijn waardering voor taal. Niet zozeer of er correct gesproken werd, maar vooral: hoe eigen taal is en hoe ongelooflijk zeggingskrachtig. In de schuring van morele dilemma’s en sterke uitgesproken visies, werd taal zowel het verbindend als het splijtend medium in de groepen die ik begeleidde. Taal vormde het verschil tussen een conflict en een vloeibaar gesprek: de dialoog.
Taal vormde het verschil tussen
een conflict
en een vloeibaar gesprek:
de dialoog.
een conflict
en een vloeibaar gesprek:
de dialoog.
Wat iemand zegt, hoe iemand zich uitdrukt, is volkomen uniek. Bijzonder en prijzenswaardig. En: onthullend. Iemand geeft veel bloot over zichzelf, de kijk op de wereld en de kijk op zichzelf, via de woorden die hij kiest.
Vanaf het moment dat ik zó naar de ander leerde luisteren, ontroerde taal mij eens temeer. Taal beweegt van binnen naar buiten. Het onthult. Niet zozeer de dure woorden, welnee. De gewonemensentaal: dáár ligt het goud. Rafelige, onvoltooide, slordige zinnen en half ingeslikte woorden maken geweldig nieuwsgierig.
Daarom houd ik niet zo van goedbedoelde samenvattingen (’als ik je goed begrijp zeg je dat...’) of parafrases. Het vervormt behoorlijk wat iemand zegt. Liever vraag ik door op de woorden die iemand zelf uitkoos. Zo blijft het gesprek dicht op de huid, en eigendom van de spreker.
Dat vereist excellent luisteren: zodanig luisteren, dat je precies kunt herhalen wat een ander zegt. Behoorlijk pittig. Daarom schreef ik er een boek over: Luisterboek – een boek dat je de oren opent. Een heerlijke klus waarin ik uitsluitend bezig was met taal in geschreven vorm.
Het wonder
van taal is
eindeloos en oneindig eigen.
van taal is
eindeloos en oneindig eigen.
Er zijn in ons alfabet slechts 26 letters, en de combinaties die we in staat zijn te maken, zijn weergaloos groot. Het vult me met ontzag. En met nieuwsgierigheid.
Ik deel het graag met je binnen de opleidingen en trainingen van de School voor Dialoog Nederland. Met het grootst mogelijke plezier breng ik je de kneepjes van het vak bij als het gaat om het opzetten en voeren van een dialoog, een moreel beraad, een communicatief liefdevol onverschrokken houding.
Je bent van harte welkom!
‘De geboden handvatten zijn direct praktisch toepasbaar’ ‘Dit smeekt om meer, langer, vaker doen!!’
2024 School voor Dialoog Nederland